©
We wonen steeds vaker alleen, trekken naar de stad en zijn alsmaar met meer. Compacter wonen is de toekomst. Enkele tips om een kleine woning in te richten:
– Flexibele en multifunctionele meubels zijn de toekomst. Een spiegel met een kapstok aan, een sofabed, een uitklapbare tafel, een salontafel met kussen als extra zitplaats …
– Als het maar kan rollen: meubelstukken op wielen zijn gemakkelijk op te bergen of erbij te rollen. Denk aan een poef die je onder een salontafel rolt, een opbergdoos op wielen die onder een console kan, een mobiel rekje dat je gemakkelijk kunt verplaatsen … Zulke flexibele systemen zijn ook handig voor huurders die liever geen gaten in de muur boren. Bovendien kun je zulke stukken vlot verhuizen.
– Een bed neemt veel plaats in en overdag heb je het niet nodig. Een hoogslaper is een dankbare oplossing als je er niet tegenop ziet om een trapje of ladder te beklimmen. Anders is er nog het opklapbare bed, of het nu een systeem is dat in een kast verdwijnt of een sofabed.
– Efficiënt opbergen is een gouden regel: inbouw- of wandkasten zijn onontbeerlijk, maar ook verborgen opbergers benutten elke centimeter, denk aan een poef met opbergruimte of lades onder je bed.
– Kies kasten met schuifdeuren, zo blijft de circulatie optimaal.
– Gebruik niet te veel verschillende kleuren in je interieur, dat verkleint alleen maar.
– Probeer in een situatie van 30 vierkante meter de inrichting luchtig en ruimtelijk te houden. Zoek de balans tussen opbergruimte, flexibele oplossingen en rustpunten.
– Speel met hoge plafonds, zo bekom je op een beperkte oppervlakte toch een groot ruimtegevoel.
– Spullen die je niet vaak nodig hebt, zoals tuingerief of een boormachine, kun je delen met de buren. Zo bespaar je plaats en geld.
