#Adresjes#Getest

Kunstsafari met daktent

Documenta's kunstgeheimen ontrafeld vanuit een MINI-standpunt
Geplaatst op  
Kunstsafari met daktent ©

Ik ben fan van safari’s, en het idee van een wagen met een tent op het dak doet me daaraan denken, zelfs zonder wilde dieren in de buurt. Ik moest dus niet lang nadenken toen ik de vraag kreeg van Mini om een weekend op stap te gaan met een Mini met daktent.

Ik moest ook niet lang nadenken over een bestemming. Anderen zouden ermee naar een rockfestival gaan, of de vrije natuur in trekken, maar wij niet, wij kozen voor de kunsthappening documenta (te schrijven met kleine letter) in Kassel. Om de vijf jaar vindt deze grote tentoonstelling plaats. Ik heb altijd een zwak gehad voor de ontstaansgeschiedenis van de documenta. De initiatiefnemer, Arnold Bode, was door het Nazi-regime gecatalogiseerd als ‘Ontaarde Kunstenaar’ maar hij was nog tijdig kunnen vluchten. Na de oorlog wilde hij in het volledig verwoeste Kassel een forum geven aan alle andere door het Nazi-regime verketterde kunstenaars. Dat politiek tintje heeft de documenta altijd blijven houden. Wat je er ziet doet nadenken. In deze woelige tijden wilde ik daarom extra graag gaan, ondanks het feit dat de kritieken van kunstkenners over het niveau van niet lovend waren. Ik heb die critici moeten gelijk geven, maar daarover verder meer.

Car with benefits

‘Ben je een Mini-rijder?’ vroeg de persverantwoordelijke van BMW toen ik de auto ging ophalen. Helaas, ik behoor nog niet tot de club. Geduldig vertelde ze me over de belangrijkste aspecten van het Mini-rijden, want onder de daktent zat een nieuwe Mini Countryman, uitgerust met alle snufjes die je je maar kunt inbeelden, van een uitklapbaar picknickbankje in de koffer en het –Batmobielgewijs – verschijnen van het logo van Mini als voetlicht op de grond in het donker. Toen ik er nog even mee naar de Delhaize reed voor we vertrokken, kreeg ik bewonderende blikken, van mannen. Eerste testresultaat genoteerd: een Mini is een auto met ‘benefits’. We geven het maar mee. Het Mini-rijden bleek overigens erg goed mee te vallen, om niet te zeggen dat het een plezier is om met zo’n Mini te rijden. Ongeveer in de helft van ons traject van 400 kilometer naar Kassel, stopten we voor koffie. Op de parking stonden twee jonge lifters die ook die richting uit wilden. Het duo wilde tot in Budapest geraken. De jongen grapte dat ze voor hun lift-trip ook een ‘bucket list’ hadden, ze hoopten op een lift van een Ferrari, bijvoorbeeld, maar deze daktent-Mini vonden ze ook al heel cool.

foto2Mondraainkomterug

Mondriaan kom terug!

De rest van de dag besteedden we zoals gepland aan kunst, met wisselend succes. De werken in de ‘documenta halle’ – die werd gebouwd voor de documenta van Jan Hoet in 1992 – konden ons maar matig bekoren. Er hing een wandtapijt van een Zweedse kunstenares dat de onderdrukking van het Sami-volk in Lapland uitbeeldde. Een soort ‘kerstkunst’. En er hingen textiele kunstwerken met religieuze taferelen die evengoed in een brutalistische kerk in de jaren ’70 hadden kunnen hangen. En een paar would-be Mondriaans waar we niet kapot van waren. Top of the bill was een installatie die bestond uit een reeks uit elkaar gehaalde kasten die met meters kleefband weer in elkaar waren gezet. In ‘Palais Bellevue’ hadden we meer geluk, met onder andere een video van Roee Rosen, The Dust Channel, waarin stukken interview met de oprichter van Dyson zijn afgewisseld met documentairebeelden over het schabouwelijke vluchtelingenbeleid van Israel. Er zat flink wat humor in die video-installatie, en daar ben ik altijd voor te vinden.

Nacht in de daktent

Na een verkwikkende stop in de plaatselijke Biergarten van Lohmanns, was het tijd voor de grote test. Het was al na middernacht toen we onze Mini zo stil als we konden de motorhome-parking van de plaatselijke camping opreden. Er was nog één smalle plaats vrij tussen twee uit de kluiten gewassen RV’s. Een beetje zenuwachtig openden we de drie sluitingen aan de daktent, die geruisloos opende. In de tent ligt een matras en kussens. We dekten het bedje op met ons eigen warme donsdeken en in minder dan tien minuten waren we klaar voor de nacht. De camping van Kassel ligt niet meteen op een rustige plaats dus je hoorde in de tent wel het geluid van voorbijrijdende wagens, maar ik denk dat je op een plek in de natuur echt tot rust kunt komen in zo’n daktent. De tent is binnen heel gerieflijk, met vakjes voor kleren en andere benodigdheden, en ook een goed lichtje.

 

foto7opengeklaptedaktent

Ganz toll!

Via ons laddertje kropen we de volgende ochtend weer naar beneden. Een oudere vrouw hield ons nauwlettend in de gaten van achter het raampje in de motorhome naast ons. Na een tijdje waagde ze zich naar buiten. ‘Sprechen sie Deutsch?’ vroeg ze. ‘Ein bischen,’ antwoordden we. ‘Ich finde das ganz toll!’ zei ze zo hartverwarmend blij dat we er zelf een grote smile van kregen. De dag kon niet meer stuk. Kunstgewijs viel het die dag ook beter mee. De collectie van het Atheense moderne kunst museum die ze voor de gelegenheid hadden overgebracht naar het Fridericianum bevat topstukken, zoals het videowerk The Raft van Bill Viola, geïnspireerd op het vlot van de Medusa van Géricault.

foto5installatie-initiatie
Installatie-initiatie

Geen poëzie, wel humor

Na twee dagen bleven we verwonderd over het feit dat er de balans in de selectie veel te veel overhelde naar pamflet-kunst en dat er daardoor geen ruimte meer over was voor poëzie of verwondering. Ook veel te weinig jong talent of werk waarin iets van de nieuwe media in zit verwerkt. We ontdekten wel een originele rode draad, die je normaal niet echt in kunst aantreft, en dat was humor. Het werk van Marina Gioti, ‘The Secret School’, over een episode in de Griekse geschiedenis waarin er geheime scholen bestonden, die zo geheim waren dat niemand ze vond, was geestig. Ook het werk van de Griekse kunstenaar, Alexandros Psychoulis. over een vergeten Griekse opvoedingsmethode deed mijn mondhoeken omhoog krullen.

Kleine voetafdruk

Die avond sliepen we voor de tweede keer prinsheerlijk in onze daktent en het was met spijt in het hart dat we na afloop van onze trip de Mini Countryman weer afleverden bij BMW. Een paar dagen later kwamen we vrienden tegen die net zo’n tent hadden gekocht en sindsdien elk weekend op pad gaan. Ook bij ons is het zaadje geplant. Het is een ideale oplossing voor mensen die in een compact huis in de stad wonen maar houden van een betaalbaar weekend in het groen af en toe. Ook leuk is dat je overal op een glimlach wordt onthaald als je met zo’n Mini-met-daktent verschijnt. Niet onbelangrijk in deze tijden die soms wat grimmig zijn. Ook een pluspunt is dat zo’n daktent echt niet veel opbergruimte inneemt. Wat weinigen weten, is dat Mini al een tijdje een nevenproject heeft, Mini Living, een soort labo waarin het automerk op zoek gaat naar nieuwe manieren om op een toekomstgerichte manier in de stad te leven. Het basisprincipe van de Mini is creatief omgaan met ruimte en oplossingen creëren die een kleine voetafdruk hebben maar wel ‘fun’ zijn. Mission accomplished!

P90262869_lowRes_the-autohome-roof-te

Mini-daktent Autohome: richtprijs 3000 euro.

Documenta: nog tot 17/9, documenta.de

Tekst: Soetkin Bulcke